Een recept voor omelet: je denkt misschien dat dat niet nodig is. Een omelet maak je toch gewoon door wat eieren in de pan te breken? Maar wie dat denkt heeft nog nooit een echt goede boerenomelet gegeten. Dat is een geheel nieuwe ervaring. Geloof je het niet? Probeer dan maar eens dit recept uit!
Het ei is een intrigerend ingrediënt, waar je alle kanten mee op kunt. Het combineert bovendien met bijna alle soorten groenten en vlees. Heb je de omelet eenmaal onder de knie, dan kun je naar hartenlust experimenteren met ingrediënten.
Lees snel verder en ontdek hoe je een échte boerenomelet moet maken!
Twee soorten omeletten: de boerenomelet en de baveuse
De ene omelet is de andere niet. In essentie zijn er twee soorten omelet te onderscheiden. Die vragen om een andere aanpak en om een andere kooktechniek.
De ‘boerenomelet’ is het meest bekend – en het meest snel en eenvoudig te maken. Je maakt een boerenomelet door eerst de vulling (groenten en/of vlees) in de pan te bakken en daarna het eimengsel erbij te gieten. Het resultaat is een rijk gevulde omelet: perfect voor het ontbijt, of voor een snelle maaltijd.
De Franse omelet of ‘baveuse’ is wat verfijnder. Het ei heeft hier geen dienende rol, maar staat echt centraal. Een goede baveuse is een feest van texturen en smaken: het is knapperig van buiten, lobbig in het midden, en rijk en glimmend vanbinnen.Een baveuse is nog steeds snel te maken, maar het luistert iets nauwer en je hebt er wat meer techniek voor nodig. Een chique omelet dus, voor een speciale gelegenheid.