Gamay. Dat andere blauwe druifje – dat naast superster Pinot Noir – ook woont in de Bourgogne regio. Nooit van gehoord? Kan heel goed. En Beaujolais misschien? Rinkelt er al een belletje?
De Gamay druif is enigszins verbannen naar zijn ‘eigen’ stukje grond in de Bourgogne, namelijk het uiterste zuidelijke puntje, de Beaujolais regio. En daar – uit de schaduw van de ‘grote’ Pinot Noirs, worden er best leuke wijnen van gemaakt. Vergelijk de prijzen eens met die andere deftige Bourgognes en je lacht je rot...
Zelf Gamay uit Beaujolais proberen? Wij raden deze Côte-de-Brouilly aan. Licht rokerig, zacht & soepel. Erbij een salade met eend, walnoten en vijgen.
Gamay ruikt naar banaan!
Kom je ooit verstrikt in een wilde rode wijnproeverij, waar je iets zinnigs wil zeggen over de wijn én ruik je banaan? Ga er dan maar vanuit dat je met een Gamay te maken hebt. Van alle Gamay op aarde staat 75% ook daadwerkelijk aangeplant in de Beaujolais. Dus die gok kun je ook nog wel maken.
Deze druif geeft wijnen die heel fris en makkelijk zijn. De aroma’s zijn sappig – aardbeien, framboos, bessen, viooltjes, granaatappel – en de zuurgraad is hoog, een lekkere dorstlesser dus. De tannines zijn zijdezacht en soepel. Als de wijnen iets rijper en steviger zijn kun je ook zwarte peper, aarde, zwarte thee en truffel aroma’s vinden.
Waar groeien Gamay druiven?
Gamay buiten de Beaujolais regio staat dan meestal aangeplant in de wat frissere gebieden; bijvoorbeeld Canada en Zwitserland. Gamay is dan ook een kruising gemaakt van Pinot Noir en de Oostenrijkse druivensoort Heunisch Weiss, allebei ook geen koukleumen.
De lichte kleur en zachte tannines heeft deze druif dan ook niet van een vreemde. Juist die eigenschappen maken het een wijn die je heel goed kunt koelen tot een graad of 10-12 Celsius.
Dit is echt zo’n frisse rode die het heel fijn doet bij een picknick of barbecue.
Soepel, dorstlessend en vrolijk!