Tips bij het maken van macarons

• Om macarons te kleuren gebruik je het best gelkleurstof of poederkleurstof. Vloeibare kleurstof die je in de supermarkt vindt is niet aan te raden omdat die het beslag te vloeibaar maakt. Ik heb geen voorkeur voor bepaalde merken, ik gebruik gels en poeders van allerlei merken. Wil je felle kleuren, dan moet je redelijk wat kleurstof gebruiken.
• Je kunt je macarons ook natuurlijk kleuren door bijvoorbeeld cacaopoeder, koffiepoeder, gevriesdroogde fruitpoeders enzovoort bij het amandelpoeder te voegen.Denk ook aan vanillemerg, cacaopoeders, fijngemalen koekjes, lavendelbloempjes, rozenblaadjes, verschillende theesoorten…
• Let erop dat het amandelpoeder van goede kwaliteit is. Te vettig, grof amandelpoeder is niet aan te raden bij het maken van macarons. Het amandelpoeder moet droog en fijn zijn. Als er tijdens het zeven grote korrels amandelpoeder overblijven, verwijder ze dan en probeer ze niet door de zeef te duwen.
• Ontvet af en toe eens de kom en de bakmatjes met een scheutje azijn. Macarons houden niet van vettigheid.
• Gebruik vers eiwit op kamertemperatuur. Je kunt ook gepasteuriseerd eiwit gebruiken, maar laat dit dan ook even op kamertemperatuur komen. Je zult aan het beslag ook minder goed zien wanneer het genoeg gemacaroneerd is, dus wees voorzichtig en zorg dat je het niet te ver spatelt.
• Het is ontzettend belangrijk dat je het eiwit lang genoeg stijfklopt. Het moet echt super stijf zijn. Dit kan met de keukenmachine zeker 8 minuten duren. Als je de handmixer gebruikt, zul je zeker ook deze tijd moeten aanhouden.
• Let erop dat je het beslag niet te ver spatelt. Het beslag moet tijdens het opspuiten van de macarons eigenlijk zijn vorm nog behouden en mag niet uitlopen.
• Om de spuitzak makkelijk te vullen, zet je die in een hoog glas of beker met de punt naar beneden en vouw je de spuitzak over de rand. Zo heb je beide handen vrij om het beslag in de spuitzak te gieten.
• Als je bakpapier gebruikt, knip het dan zodat het mooi op de bakplaat past. Het moet mooi glad op de bakplaat liggen. Je kunt een beetje beslag in de hoekjes spuiten en zo het bakpapier op de bakplaat ‘vastkleven’.
• Om mooie ronde macarons te spuiten, houd je de spuitzak loodrecht en knijp je erin. Houd het spuitmondje stil, dus beweeg niet mee. Je kunt tellen tijdens het opspuiten van de macarons. Zo zullen de macarons bijna altijd dezelfde grootte hebben. Je spuit een rondje en telt ondertussen 1, 2, 3. Bij 3 stop je. Dit herhaal je bij elke macaron.
• Laat je macarons nooit opdrogen. Stop ze zo snel mogelijk in een niet-voorverwarmde oven en draai de temperatuur naar 135 °C. De oven warmt dan geleidelijk aan op en op die manier beginnen de macarons zachtjes te bakken. Zo is er minder kans op barsten.
• Houd er rekening mee dat iedere oven anders is. Het is belangrijk om je oven te leren kennen. Je zult niet altijd onmiddellijk de perfecte macarons uit je oven toveren. Het is een proces van vallen en opstaan! En geloof me, in het begin zul je veel vallen, maar sta gewoon weer recht en begin opnieuw!
• Haal de macarons direct van de warme bakplaat als ze gebakken zijn, samen met het bakpapier of de bakmat. Laat ze goed afkoelen voordat je ze van het bakpapier of de bakmat haalt.
• Pel de maccarons ook steeds voorzichtig van het bakpapier. Trek ze dus niet zomaar van boven los, maar begin mooi aan de zijkant en begeleid mee met het bakpapier of de bakmat.
• Lege macaronschelpen bewaar je het best in een luchtdichte doos in de koelkast. Als je niet van plan bent om ze direct te vullen, vries ze dan in. Ze kunnen tot drie maanden in de diepvries bewaard worden. Ook gevulde macarons kun je perfect op deze manier invriezen.
• Gevulde macarons bewaar je het best in de koelkast. Haal ze 10 minuten op voorhand uit, zodat ze eventjes op kamertemperatuur kunnen komen. Ze zijn op hun best tot drie dagen nadat ze gevuld zijn. Daarna worden ze zachter en verliezen ze toch wat smaak.