Bereiding

• Verwarm de oven voor tot 205 °C.
• Maak het biscuitdeeg:
  Klop in een grote kom 360 gram bloem, 50 gram
  suiker, 2 theelepels (8 gram) bakpoeder en 3⁄4 theelepel (2 gram) zeezout door elkaar.
• Snijd 170 gram boter in klontjes van ruim 1 cm en hussel ze door het bloemmengsel. Knijp met je vingers de boter door het bloemmengsel tot er geen stukken boter groter dan een erwt zijn.
• Maak een kuiltje in het midden van de droge ingrediënten en schenk 420 ml slagroom in het kuiltje; al roerend met een houten lepel in cirkelvormige bewegingen tot een zeer brokkelig deeg ontstaat. Vanaf dit punt kun je verdergaan met je handen en het deeg in de kom licht kneden om het geheel samen te brengen. Je kunt je handen dun bestuiven met bloem om plakken te voorkomen. Bestuif het werkblad dun met bloem, zodra het deeg samenkomt tot een relatief samenhangende massa en stort het deeg op het werkblad.
• Vorm en snijd het deeg
  Bestuif je handen met bloem. Vorm met je handen van het deeg een vierkant van 2,5 cm dik (ongeveer 20 x 20 cm). Snijd het vierkant in vieren. Stapel de vier stukken als een toren boven op elkaar. Duw vervolgens met de palm van je handen stevig op de toren om hem naar beneden te duwen tot een dikke plak. Hij zou op dit punt ongeveer 5 cm dik moeten zijn. Deze techniek helpt bij het creëren van vele flinterdunne lagen die letterlijk gemaakt worden door het stapelen.
  
  Bekijk deze video voor een korte instructie over het stapelen van de biscuits. Het zal allemaal veel begrijpelijker worden!
• Bestuif indien nodig je handen en het werkblad opnieuw met bloem en vorm het deeg opnieuw tot een 2,5 cm dik vierkant van 20 x 20 cm. Snijd het vierkant in zestien kleinere vier- kanten van gelijke grootte en leg ze op een bakplaat met opstaande rand. Koel de biscuits, onafgedekt, minimaal 15 en maximaal 1 uur in de koelkast, terwijl je de perziken bereidt. Dek ze losjes af met plasticfolie, als je ze langer wilt koelen, zodat er geen vel op komt.
• Week de perziken
  Snijd 1,6 kg perziken in partjes van 2,5 cm (verwijder de pitten). Doe de partjes perzik in een grote kom. Voeg 50 gram suiker, 3 eetlepels (22,5 gram) bloem, 1⁄4 thee- lepel (1,5 gram) zout en 1 theelepel (3 gram) kaneel toe en hussel goed.
• Pers 1 citroen uit en schenk het sap over de perziken.
• Verwarm 220 gram honing in een middelgrote steelpan op matig vuur tot hij aan de kook komt en drastisch begint te borrelen. Blijf de honing verwarmen, zwenk voortdurend met de pan, tot na 2 tot 3 minuten de honing zeer geurig en een tint donkerder is. Schenk de warme honing direct over de perziken en hussel opnieuw om alles te mengen.¹
• Schep de perziken en alle vloeistof in een gietijzeren koekenpan met een doorsnede van 30 cm. Een koekenpan met een doorsnede van 25 cm of een bakvorm van 23 x 33 cm is ook goed.
• Bouw de cobbler op
  Leg de biscuits in een spiraalvorm op de geweekte perziken. Verdeel de biscuits gelijkmatig over de geweekte perziken, maar zorg ervoor dat ze elkaar niet overlappen.
• Bestrijk de bovenkant van de biscuits met slagroom en bestrooi ze met een beetje suiker.
• Bak de cobbler
  Schuif een bakplaat op het onderste rooster in de oven om eventuele druppels op te vangen. Bak de cobbler, draai halverwege de baktijd een keer het handvat van de koekenpan 180 graden, tot na 40 tot 45 minuten de biscuits goudbruin zijn en het perzikenvocht borrelt en zeer dik is.² Bekijk even de onderkant van de biscuits om zeker ervan te zijn dat ze gaar zijn, vooral die in het midden van de koekenpan, omdat die er het langst over zullen doen. Het is prima als de biscuits smeuïger zijn dan gewone biscuit. Een deel van de aantrekkingskracht van dit gerecht is de textuur van de biscuits die geweekt zijn in het perzikenvocht; je wilt echter geen compleet rauw deeg in het midden van de cobbler.
• Serveer
  Laat de cobbler minstens 20 minuten afkoelen. Schep met een grote lepel cobbler in kommen en besprenkel iedere kom met koude slagroom.