Deze week in een fruitsoort uit Indonesië met een heel – hoe zeg je dat – apart uiterlijk: snake fruit! Dit fruit wordt in Indonesië aka buah salak of salacca zalacca genoemd. Durf jij het te eten?
Fruit met een slangenhuid
Deze schatjes groeien in een trossen van zo’n 15 tot 40 stuks tegelijkertijd. Onderaan de lelijkste palm die je ooit hebt gezien – met stekelige bladeren – die maximaal zo’n 6 meter hoog wordt.
Het fruit zelf wordt zo groot als een vijg en is rond met een of twee uit stekende puntjes. Snake Fruit is heel stevig van structuur. De schil is namelijk opgebouwd als die van een slang. De overlappende schubben zijn roodbruin en beschermen het vruchtvlees perfect bij transport van de vruchten.

En? Is het wat?
Het vruchtvlees zelf is wit. Hoe witter het vruchtvlees van de Salak – dat een beetje doet denken een drie grote knoflooktenen – hoe beter en vaak ook duurder het fruit. Van de beste soorten wordt zelfs wijn gemaakt! Wij hebben begrepen dat dit fruit heerlijk is en smaakt naar een soort knapperige ananas. Heel sappig en honingzoet!
Pellen gaat het makkelijkst als je in een van de puntjes knijpt en die er vervolgens aftrekt. Daarna kun je de rest van de vrucht heel makkelijk pellen. In Bangkok kom je het populaire snake fruit, in het seizoen, trouwens echt overal tegen. Daar wordt het fruit schoongemaakt door venters en vervolgens eten de locals het snake fruit, als snack-to-go.

Waar kan je snakefruit vinden dan?
Heel soms zie je ze tegenwoordig op de Nederlandse markt, maar van nature komen ze uit de moerassen van Sumatra, Java en Maleisië. Inmiddels kweekt men snake fruit in Australië, India, Thailand en op de Filipijnen.
Heb jij weleens wijn van snake fruit gedronken? Laat ons weten hoe het smaakt! Wij zijn heel nieuwsgierig!