Bereiding

• Pak een middelgrote kom en doe daarin de sojasaus, het water, de mirin, rijstazijn, basterdsuiker, gember, knoflook en maïzena. Roer deze ingrediënten goed door elkaar tot er een mooi mengsel ontstaat. Schenk het sojamengsel nu in een sauspannetje en zet op middelhoog vuur. Breng het goedje aan de kook en blijf voortdurend roeren. Als het sausje dik wordt, meestal na een minuutje koken, temper je de warmtebron.
• Snijd de kipdij in stukjes die zo groot zijn als een waxinelichtje. Doe de kipstukjes in een kom en schenk daarbij ongeveer 250 ml van het sojamengsel. Laat de kip hierin minstens 1,5 uur marineren. De lekkerste gemarineerde kip krijg je trouwens als je de yakitori 4 uur laat marineren. Dus áls je tijd hebt, kun je het beste in de middag al beginnen aan de kip. Of gewoon lekker laat eten, dat kan reuze gezellig zijn.
• Als de kip lang genoeg in zijn verrukkelijke badje heeft gezwommen, spies de stukjes op de satéstokjes. Besprenkel wat rijstolie over de spiesjes, zodat de kip niet aan de grillpan blijft plakken. Strooi tenslotte aan beide kanten zout en peper over de kip voor wat extra smaak. Snijd ondertussen ook de lente-uitjes in ringetjes en zet deze even apart.
• Zet de grillpan op een hoog vuur. Wacht even tot de pan goed heet is voordat je de kip erop legt. Bak de spiesjes ongeveer vier minuten per kant. Als alle kanten zijn gegrilld, smeer je de kipspiesjes in met het overige sojamengsel. Gebruik hiervoor een bakkwast. Bak de spiesjes hierna nog even twee minuten per kant.
• Serveer de yakitori op een mooi groot bord en besprenkel ze met een ruime hoeveelheid sesamzaadjes. Neem de ringetjes lente-ui en strooi ook deze over de spiesjes. Heerlijk met wat rijst en een goeie salade. Maar wat nóg lekkerder is? Wat echte Koreaanse kimchi erbij! Eet smakelijk!
• Een lekker sausje
• Als het goed is, heb je aardig wat marinade over. Dat kun je lang bewaren in de vriezer voor een volgende keer. Maar je kunt er ook een lekker yakitorisausje van maken. Je kunt daarbij zelf je smaak bepalen. Om te beginnen schenk je de marinade in een sauspannetje. Heb je trek in een zoetzure saus, doe er wat meer suiker en azijn bij. Ben je verzot op pittig eten? Snijd dan een pepertje in ringetjes en voeg toe aan de saus. De echte smulpaap vergeet het pepertje en houdt het Japans. Ja, je kunt ook wat lekkere en scherpe wasabi oplossen in het sausje.
• Breng de saus al roerende aan de kook op middelhoog vuur. Heb je ringetjes rode peper in de saus drijven? Bewerk deze dan met een staafmixer als de saus nog relatief dun is. Laat voldoende doorkoken zodat eventuele schadelijke bacteriën kapot gekookt worden en de saus mooi kan indikken. Als je dit laatste proces graag versnelt, kun je een kopje opgeloste maïzena toevoegen.
• Heb je zin in een Oosterse, maar toch romige saus, dan kun je nu een paar eetlepels crème fraîche toevoegen. Hier wordt de saus ook dikker van en krijgt een heerlijke stevige smaak. Zodra de saus dik genoeg is, kun je hem direct serveren. Ook deze saus is trouwens prima in te vriezen om op een later moment nog lekker te gebruiken.