In Frankrijk liggen ze bij ieder bakkertje op de hoek: heerlijke verse croissants, nog warm uit de oven.

Wie ooit zo’n croissant heeft geproefd, weet hoeveel lekkerder dat is dan een afbakcroissantje uit de supermarkt. Hoe krijgen ze die zo luchtig en zacht vanbinnen, maar zo knisperend van buiten? En kan je dat ook zelf maken?

Dat lees je in dit recept!

Croissants

4 from 15 votes
Course: OntbijtCuisine: Frans
Portie

4

Personen
Bereidingstijd

40

minutes

Het geheim van de croissant zit in hem in de structuur van het deeg. Door een laag roomboter op een speciale manier in het deeg te vouwen, ontstaat een structuur van hele dunne laagjes. 

Tussen de stappen van het vouwen in moet het deeg steeds ‘rusten’ (in de koelkast). Reken er dus op, dat je met dit recept in totaal ongeveer anderhalve dag bezig bent.

Maar toch, het resultaat mag er zijn!

Ingrediënten

  • 500 gr 500 tarwebloem

  • 130 ml 130 volle melk

  • 130 ml 130 lauwwarm water

  • 50 gr 50 witte basterdsuiker

  • 30 gr 30 verse gist

  • 320 gr 320 verse roomboter

croissants maken

  • Maak eerst het deeg. Snijd 40 gram roomboter in blokjes en combineer het, samen met de bloem, melk en water, gist, suiker en zout in een kom. Mix het 3 minuten met een staande mixer – ik heb zelf deze – of 5 à 10 minuten met de hand – niet langer, want je wil een flexibel deeg houden! Vorm het tot een schijf, dek het af met huishoudfolie en leg het in de koelkast.

    Het deeg moet nu goed afkoelen. Dat moet minimaal 6 uur, maar je kunt het deeg het best ’s avonds maken en een nacht lang in de koelkast laten rusten.
  • Nu komt het technische gedeelte: het lamineren van het deeg. Daarvoor moet je eerst een laag maken van de roomboter.  Neem 280 gram koude roomboter en snijd het in plakken van iets meer dan een centimeter dik. Leg het in de vorm van een vierkant op een stuk bakpapier en sla het plat met een deegroller. 

    Snijd dan de randen van de boterplaat, leg die er bovenop zodat ze de naden bedekken en sla het geheel weer plat.
    Je hebt nu een plaat boter van 1 centimeter dik. Wikkel het nu in folie en leg het weer terug in de koelkast. Het moet goed stevig worden, dat duurt minimaal één uur. 
  • Haal nu het deeg uit de koelkast, en rol het gelijkmatig uit tot een vierkant van 25 bij 25 centimeter. Gebruik daarbij het liefst maar een klein beetje meel op je werkvlak! 
  • Plaats de laag boter op het deeg, met de punt naar je toe, dus in een ruit. Vouw het deeg nu om de boter heen. Laat de flappen deeg een beetje overlappen, zodat de boter helemaal afgedekt is, en druk de naden met je hand aan. Het deeg is nu klaar!
  • De croissants rollen
  • Rol de lap deeg, met de boter erin, uit tot een gelijkmatige rol van 20 bij 60 centimeter. Vouw het daarna in drieën op, zodat er weer een vierkant ontstaat, maar nu met drie lagen. Werk zo snel mogelijk, zodat de boter niet kan smelten. Dek het deeg nu af met huishoudfolie en leg het minstens 30 minuten in de koelkast om weer op te stijven.
  • Herhaal dit nog twee keer, zodat je steeds meer en steeds dunnere laagjes boter en deeg krijgt. Draai bij iedere toer keer het deeg 90 graden voor je het weer uitrolt. Laat het deeg na elke toer 30 minuten rusten. Merk je dat het deeg ‘tegenstribbelt’, dan moet het weer terug in de koelkast.

    Nadat je klaar bent met het rollen van de croissants, moet het deeg wat langer in de koelkast. Dat moet minstens een aantal uur; een hele nacht kan ook.
  • Nu het deeg klaar is, moeten de croissants gevormd worden. Je kunt het deeg nu ook invriezen. 

    Haal het deeg uit de koelkast en rol het tot een lap van 45 bij 35 centimeter, die ongeveer 5 millimeter dik is. Snijd het deeg vervolgens in 6 rechthoeken, en snijd die vervolgens weer diagonaal in driehoeken. Dit worden je croissants! 
  • Leg een deegdriehoekje met de punt naar boven neer, en maak met een mesje een klein sneetje midden onderaan. Leg de puntjes een beetje naar boven, waardoor het sneetje wat openvouwt. Rol het nu van onder naar boven op, en leg hem op een met bakpapier bekleed bakblik. Dit doe je twaalf keer.
  • Het bakken van de croissants
  • Verwarm de oven voor op 200 graden Celcius.

    Besmeer je croissants met een losgeklopt ei voor een mooi glimmend laagje, maar laat de randjes vrij. Open nu de oven, zet de croissants er zo snel mogelijk in. Bak ze in 15 à 20 minuten gaar. 

    Eet smakelijk!

Tips

  • Wanneer je (een deel van) de croissants wil invriezen is dit het moment. Vries ze eerst een uur los van elkaar in. Daarna kun je ze samen verpakken in een zak of doos. 
  • Verse gerolde croissants moeten nu nog een uur of 2 rijzen, tot ze in volume verdubbeld zijn.
  • Wil je een gevulde croissant maken? Leg dan een beetje van je vulling in het deeg voordat je de croissant vlak voordat je hem oprolt. Een ham-kaascroissant of een chocoladecroissant zijn natuurlijk bekende variaties, maar je kunt croissants met allerlei lekkere dingen vullen

Heb je dit recept gemaakt?

Tag @wijnspijs op Instagram.

🍴Gang

🍾 Gelegenheid


🥧 Gemak


🍉 Ingredienten